Casus: Eigen kracht en de grens van de zorgplicht

27 januari 2022

De Wmo heeft als doel er voor te zorgen dat volwassenen met een beperking zo lang mogelijk zelfstandig thuis kunnen blijven wonen en kunnen meedoen in de samenleving. 

Zorgplicht

Het wettelijke recht op zorg is in 2015 vervangen door het begrip zorgplicht. Zorgplicht betekent dat iemand niet automatisch zorg hoeft te krijgen en dat er allereerst wordt uitgegaan van de eigen kracht van de burger. Wanneer het de burger niet lukt om er op eigen kracht uit te komen, dan is de gemeente pas verplicht om een collectieve voorziening of een maatwerkvoorziening te treffen. De gemeente beslist of en welke voorziening passend en nodig is. Maar hoe besluit je als Wmo consulent dat de burger niet in staat is om op eigen kracht tot een passende oplossing te komen?

Eigen kracht is ieders vermogen om zijn eigen leven vorm te geven en problemen op te lossen. In de Wmo staat dat burgers een eigen verantwoordelijkheid hebben voor hoe ze hun leven inrichten. Wanneer het een burger minder goed lukt om zichzelf te redden in het dagelijks leven of om mee te doen in de maatschappij, dan wordt er eerst verwacht dat de eigen kracht wordt gebruikt om die problemen op te lossen. Eigen kracht is dus een breed begrip. Het gaat om alles wat een burger zelf kan doen om problemen op te lossen en te voorkomen, zoals het zelf kopen van een hulpmiddel, iemand zoeken die helpt bij het huishouden, een goede zorgverzekering nemen of alvast gaan sparen voor een gelijkvloerse woning.

Mening van onze professionals

 
Kenniscentrum Sociaal Domein

Sharon Jongsma – Docent Kenniscentrum Sociaal Domein

In de praktijk kom ik soms hulpvragen tegen waarbij de burger aangeeft hulp nodig te hebben bij een probleem waarvan ik denk: hoe ga ik met deze vraag om? Valt deze vraag onder de zorgplicht van de gemeente? Het zijn hulpvragen die tegen de grens van redelijkheid aan liggen.

Een voorbeeld van een casus met zo’n hulpvraag is een man van 36 jaar die uitbreiding van uren begeleiding (PGB) aanvraagt omdat hij verwacht bij zijn nieuwe baan meer ondersteuning nodig te hebben. Meneer is gaan werken als barman in een kroeg binnen de gemeente. Doelen van begeleiding tot nu toe zijn meneer in zijn dagelijkse leven te ondersteunen in het omgaan met zijn PTSS klachten en hem voor zijn alcoholproblematiek richting VNN te begeleiden. De ambulant begeleider geeft aan dat als de extra uren voor begeleiding niet worden geïndiceerd meneer snel zal afglijden. Er is door meneer het laatste half jaar vooruitgang geboekt in zijn doelen waardoor hij kan gaan werken. De nieuwe baan geeft meneer zelfvertrouwen en een reden van bestaan. Hij moet echter wel zoveel mogelijk in zijn alcoholproblematiek begeleid worden. Extra ondersteuning is noodzakelijk. Bij een negatief besluit zal er in bezwaar worden gegaan.

Er wordt hier een appel gedaan op zowel onze professionele als op onze persoonlijke waarden en normen. Daarbij hebben we ons bij het indiceren te houden aan de juridische kaders van de Wet. Die kaders zijn echter niet altijd even duidelijk en geven daardoor een grote mate van vrijheid in ons redeneren. Het gaat dan om ethiek. In de ethiek wordt geprobeerd om bepaalde handelingen als goed of fout te kwalificeren. Daarnaast wordt er gekeken naar de beweegredenen van bepaalde hande­lingen. Waarom worden bepaalde keuzes gemaakt en op basis van welke waarden? Wat vinden wij als professional van deze meneer die met zijn alcoholproblematiek in een bar gaat werken? De kans dat meneer toegeeft aan zijn alcoholverslaving is waarschijnlijk groter in deze werkomgeving. Aan de andere kant is het meneer zijn beroep en draagt hij zelf de verantwoordelijkheid voor zijn alcoholgebruik.

Wat vinden we belangrijker in deze casus: de autonomie van
meneer of zijn veiligheid met betrekking tot zijn gezondheid? Kunnen wij als voorwaarde stellen dat meneer niet in een kroeg mag werken? En als we het niet met de keuze van meneer eens zijn kunnen we dan stellen dat we niet tegemoet hoeven te komen aan zijn hulpvraag? En hoe zit het dan met de zorgplicht van de gemeente?

In mijn trainingen geef ik altijd aan hoe belangrijk het is om je onderzoek zo volledig mogelijk uit te voeren. Dit betekent in dit geval het meenemen van meerdere zijden van het verhaal. Het onderkennen van ieders waarden, normen, keuzes en inzichten. En de mogelijkheid om voor jezelf deze inzichten te veranderen of je aan te passen. Vaak is het oplossen van een hulpvraag duidelijk omdat de Juridische kaders duidelijk zijn. Soms is het een stuk ingewikkelder. Uiteindelijk is het in deze casus daarom ook mede van de ethische overwegingen van de Wmo consulent afhankelijk of de vraag om uitbreiding van uren van indicatie begeleiding van meneer wordt toegekend.

Afhankelijk van hoe het gesprek met meneer en de ambulant begeleider en de desbetreffende Wmo consulent gevoerd is. Welke conclusies er getrokken zijn. Welke doelen gesteld worden. De uitkomst zal niet voor elke Wmo consulent gelijk zijn. Misschien is dat ook wel het mooie van ons vak: het feit dat eenduidigheid niet altijd vanzelfsprekend is

 
Kenniscentrum Sociaal Domein

Olga Eras Gedragswetenschapper

Eigen kracht is een begrip dat de laatste jaren veel aandacht heeft gekregen en steeds vaker wordt toegepast binnen de (jeugd)hulpverlening. Wanneer mensen een beroep doen op de hulpverlening wordt er niet meer alleen gekeken naar de hulpvraag of de beperking maar juist ook naar de mogelijkheden.

De vraag die daarbij centraal staat is wat er goed gaat en hoe het komt dat dit goed gaat. Om daarna te kijken hoe dit versterkt kan worden of hoe dit kan worden toegepast op een ander leefgebied. De rol van de hulpverlener is niet alleen het verlenen van hulp, maar ook het vergroten van de zelfredzaamheid. Op die manier worden ze niet afhankelijk van de hulpverlening maar kunnen ze leren het zelf te doen.

Naast de eigen kracht van de cliënt zelf, wordt ook gekeken naar de eigen kracht van het netwerk van de cliënt. Wie zijn belangrijke personen in het leven van de cliënt die kunnen ondersteunen? Is er iemand die een middag op de kinderen kan passen of is er iemand die wekelijks wil helpen met de boodschappen?

Soms wordt het lastig gevonden om zelf om hulp te vragen of deze hulp af te kaderen en hier de grenzen in aan te geven. Wanneer iemand meekijkt en meepraat met het netwerk, blijkt vaak dat er meer mogelijk is binnen het eigen netwerk. Met name wanneer er kinderen betrokken zijn, is het fijn als het eigen netwerk kan ondersteunen. Deze personen zijn hen vertrouwd en bekend.

Hoe kijk jij hier tegen aan? En je collega?

Heb jij ook een casus waar je samen niet uit komt of een uiteenlopende visie op hebt? Wij horen het graag. In de volgende editie van magazine Wmo Doen leggen we deze aan je collega consulenten voor. Je kunt je casus per e-mail insturen naar info@kenniscentrumsociaaldomein.nl