Vraag en antwoord: Hoe stel ik vast dat de aanvrager onder de bijstandsnorm dreigt te komen?

“Voor een inwoner van onze gemeente heb ik een medisch advies opgevraagd omtrent het vervoersprobleem van een mevrouw. Het advies kwam retour; een elektrische fiets was de goedkoopst adequate oplossing. In de Verordening staat echter omschreven dat een elektrische fiets algemeen gebruikelijk is en dat deze daarom niet vanuit de Wmo hoeft te worden verstrekt. Uitzondering kan een situatie zijn waarin: de aanvrager een inkomen heeft, dat door aantoonbare kosten van de handicap onder de voor hem/haar geldende bijstandsnorm dreigt te komen. Nu komt mijn vraag als consulent: hoe stel ik nou vast dat aanvrager onder de bijstandsnorm dreigt te komen? Telt het inkomen van haar partner ook mee in deze?”
— Een Wmo consulent”

Uiteraard telt het inkomen van de partner ook mee. In theorie gaan we ervan uit dat iedere burger geld reserveert voor vervoer. Een fiets/bromfiets/scooter wordt gezien als algemeen gebruikelijk en daar is de fiets met hulpmotor aan toegevoegd. Heeft men een inkomen op bijstandsniveau dan kan men via de bijstand om een tegemoetkoming in de kosten vragen. Dit gaat dus meestal niet via de Wmo (dit is afhankelijk hoe het in de gemeente geregeld is). Daarnaast staat er vaak in de verordening beschreven (dit dien je bij je eigen gemeente na te gaan) het een acuut ontstane noodzaak zou moeten betreffen, wil het een uitzondering zijn. In dit geval had men dus geen geld kunnen reserveren voor deze aanschaf. Mevrouw kan uiteraard ook kijken naar een tweedehandse, om de kosten enigszins te drukken, bijvoorbeeld via Marktplaats of zorgoutlet winkels.